De oorspronkelijke bijlage downloaden

Liefde

Een persoonlijk bouwstuk van Oscar de Waard

Achtbare Meester, Achtbare en Waarde Broeders,

het onderwerp dat ik vanavond met u wil bespreken is     Liefde

Ik ben dat onderwerp op allerlei manieren tegengekomen de laatste tijd,

steeds maar weer kreeg ik het aangereikt door het Leven.

– In de eerste plaats ben ik er al een tijd van overtuigd dat Liefde het kernwoord isde essentie, van onze vrijmetselarij, een basale kracht die in alle graden en obediënties steeds opnieuw opduikt. Ik ben naar die overtuiging toe gegroeid in lange tijd. Ik ben ingewijd op 18 oktober 1977. Lang geleden, geen verdienste.

Maar het is wel heel mooi lang lid te zijn van zo’n stimulerende vereniging, die meer dan 250 jaar bewustwording van haar leden zo beproefd in haar werkpakket voor ieders individuele bewustwording heeft opgenomen…

Liefde. Daar zou ik gedachten over willen formuleren en die met u willen delen, en uitwisselen uiteraard. Hoewel het begrip Liefde moeilijk onder woorden kan worden gebracht.

– Ik kwam liefde tegen in een geheel andere gedaante.

Het overlijden van Rina, mijn vrouw, 7 mei 2008, bracht me er op – in droevige zin.

– En tien maanden geleden, januari 2011, werd ik verliefd, terwijl ik dacht dat verliefd worden toch echt ‘voor de jeugd’ is, voor jonge mensen. Ik was toen 64, wilde helemaal geen nieuwe partner, wel een maatje om mee naar theater, concert en museum te gaan, of naar de markt, Albert Cuyp, rommelmarkt, lapjesmarkt, of die in Hilversum, het maakt niet uit. Of wandelen op het strand, in de natuur.

Ik werd zeer verliefd.

Nu heb ik een hele fijne relatie die heel hecht is geworden. Ik ken haar via internet. Neeltje — zo heet ze — en ik wisselden, toen we elkaar nog maar kort kenden, dagelijks mails en schreven daarin toen het écht leek te klikken dat we nog maar moesten afwachten of het de Grote Begeerlijke Liefde zou zijn die tussen ons aan het groeien was. Of de Begeerlijke Grote Liefde misschien, dat is wat anders.

Maar verliefd waren we en zijn we. Een heerlijk gevoel.

Verliefdheid – heb ik gelezen – is een tijdelijke chemische reactie in de hersenen. Dat is eigenlijk wel heel reductionistisch gedacht, zo echt westers om iets uit elkaar te willen plukken om het te begrijpen. Die chemische reacties kunnen heel verschillende interacties tussen 2 verliefde mensen tot stand brengen, met een breed scala van uitingsvormen: aan de ene kant de chemie tussen 2 individuen met een soort basale blijdschap en geluksgevoel en aan de andere kant met elkaar naar bed gaan, daartussen zit een hele keten van (al dan niet cultureel bepaald) gedrag. Het is een groot verschil. Maar misschien zijn die interacties ook wel heel verwant en toch ook niet echt wezenlijk verschillend.

Natuurlijk moet je een onderscheid maken tussen verliefdheid en liefde.

De term ‘liefde’ wijst naar relaties tussen mensen onderling, of tussen mensen en dieren of objecten, enzovoort. Liefdesrelaties worden gekenmerkt door bepaald gedrag en gaan eigenlijk altijd gepaard met emoties zoals ontroering, geluksgevoel en seksuele gevoelens.

Het bestaan van die relaties heeft ook een maatschappelijke betekenis. Bijvoorbeeld: zonder moederliefde zou het voortbestaan van kinderen veel minder gegarandeerd zijn. De zorg voor het kroost komt om die reden dan ook bij talloze diersoorten voor. In de dierenwereld kunnen we liefde waarnemen bijvoorbeeld in de vorm van seksuele drift ennestverzorging. Maar menselijke relaties zijn zo complex dat ze niet louter op hormonen te herleiden zijn. Maar wel tot materiële processen, dat wil zeggen de wijze waarop mensen biologisch en psychologisch geconstitueerd zijn. Liefde en ratio sluiten elkaar evenmin uit.

Er zijn veel redenen waarom mensen een relatie met elkaar aangaan:

Jaap Fischer songteksten

Om je geld

  • Zij was veertig, hij was de helft
  • Ze kochten een knaap van een villa in Delft
  • Van haar geld
  • En het was op hun eerste huwelijksnacht
  • Dat hij alleen op zijn kamer dacht
  • Het was niet uit liefde, het was om je geld
  • Je was niet mooi maar welgesteld
  • Na zeven dagen op de tocht en zeven in je bed
  • Kunnen de bloemen op je graf gezet
  • En de juwelen wel verkocht
  • Hij was veertig, zij was gezond
  • Hij had haar nog steeds niet onder de duim
  • En de grond
  • En het was de achtduizendste huwelijksnacht
  • Dat zij alleen op haar kamer dacht
  • Het was niet uit liefde, het was om mijn geld
  • Ik was niet mooi maar welgesteld
  • Ik heb ‘m twintig jaar weerstaan en ik gun ‘m niet de lol
  • Dat ik eerder in de kist zal gaan
  • Nee, ik hou nog even vol
  • Zij was honderd, hij bijna dood
  • Zijn borst was klam en zijn hoofd was rood
  • Van de koorts
  • En ‘t was op zijn laatste levensnacht
  • Dat hij de waarheid sprak, zij ’t zacht
  • Het was niet uit liefde, het was om je geld
  • Je was niet mooi maar welgesteld
  • Waarom trouwde ik ook met een vrouw – die mijn moe had kunnen zijn
  • Ja, je beurs was dik en mijn hart was klein
  • En wat doe je dan in de kou

Ik was aan het vertellen dat ik liefde telkens tegenkwam in mijn dagelijks levenEn dat gebeurde ook in mijn werk. Ik kreeg een enorm leuke opdracht de editor te zijn voor audiovisueel project, een boek met een dvd, mogelijk een website met veel videomateriaal en een lineaire tv documentaire over Herman Wijffels en zijn vrouw Herma. Ik heb alleen al meer dan een week zitten kijken naar al het opgenomen materiaal. En ik heb nog geen goede greep op de structuur en hoe ik het ga aanpakken maar er is één overduidelijk thema dat steeds terugkeert in de interviews met hen: zielsverwantschap. Zij zijn heel verschillende individuen en ze hebben een enorm sterke band. Liefde; en zielsverwantschap.

Ik had u wat materiaal willen laten zien, maar daar ben ik eigenlijk nog niet aan toe, dus ik citeer hen maar, dat geeft ook een goede indruk.

[Broeders, bij deze geschreven versie van dit bouwstuk het verzoek deze volgende tekst niet te vermenigvuldigen of verder te verspreiden, ik vraag u dit interview als vertrouwelijk te behandelen, omdat dit heel persoonlijke informatie bevat van het echtpaar Herman en Herma Wijffels, en bovendien heb ik de producent van het project niet om toestemming gevraagd, omdat het alleen binnen onze loge en binnen de Chemingroep besproken wordt.]

Herman Wijffels: ‘Wat ik als echt heel fijn en bijzonder heb ervaren, dat is dat wij heel erg verbonden zijn op zielsniveau. Dus wij zijn echte, echte zielsverwanten en dat is niet iets wat laat maar zeggen in de loop van de tijd zich heeft voorgedaan, nee: vanaf het 1e moment dat wij elkaar leerden kennen had ik dat gevoel dat wij heel erg op zielsniveau met elkaar verwant en verbonden zijn, en dat is iets heel dierbaars, iets heel ja kostbaars, ook in de zin van dat het ook ja gezamenlijk oriëntatie geeft en hoe je in het leven staat, waar je belang aan hecht en waar niet, wat je motiveert. Die verbondenheid op dat niveau heeft voor mij ook gewoon in mijn carrière veel betekend. Omdat je over dingen kunt praten, over vraagstukken die zich voordoen, maatschappelijk maar ook in je werk, vanuit die verbondenheid heb je aan elkaar ook toetsingsmogelijkheden om het zo maar aan te duiden, daar stroomt een energie die werkelijk iets betekent, in ieder geval tussen ons 2en.

Zielsverwantschap is niet een soort garantie dat het altijd even soepel loopt want zo is het ook niet, maar het is wel iets als je dat weet en als je daar echt bewust van bent, wat gewoon een hele solide basis geeft, ook om laat maar zeggen, moeilijke fase in je leven zien te overwinnen.’

Herman Wijffels: ‘Voor mij heeft het toch wel te maken met eigenlijk allebei het leven zien vanuit een perspectief dat je hier niet rondloopt zomaar om nouja laat maar zeggen beetje doorheen te slaan. Maar dat je hier iets komt doen. Dat je laat ik maar zeggen in zekere zin een bestemming hebt.’

Herma Wijffels: ‘De kern was gewoon het meteen voelen van dit, ja dit voelt goed, hier worden we allebei goed van. Ik heb ook wel gekeken van is het wel iets voor hem dat ie met zo’n jong meisje het leven ingaat? Want ik was 7 jaar jonger natuurlijk. Misschien moet ie een vrouw hebben die ook al een academische studie afheeft en een functie op zijn eigen niveau heeft en zo, maar het voelde dat het eigenlijk wel goed was.’

Herman Wijffels: ‘Het was in de tijd niet zo voor de handliggend, gewoon qua achtergrond en leeftijdsverschillen en dat wij het leven samen zouden gaan delen en ik had wel heel sterk de intuïtieve impuls van ja dit is het, maar ik ben altijd ook wel die man die dan de tijd neemt om dat laat ik maar zeggen te toetsen om te kijken of het echt zo is. Eigenlijk heb ik alle grote beslissingen in mijn leven op intuïtie genomen althans ik heb gevolgd wat de initiële intuïtieve impuls was, maar ik heb het ook altijd getoetst. Ik heb er laat maar zeggen wat is het, 1½, 2 jaar over gedaan voor ik echt ook helemaal zeker wist, niet alleen intuïtief dit moet het zijn. Als je werkelijk durft je intuïtie te volgen dat vaak de beste beslissing is. In de loop van de toetsingsfase bevestigde zich iedere keer dat er zielsverwantschap was.’ 

Herma Wijffels: ‘Ik was echt een meisje van 19, maar ja er zit ook een aspect aanvast dat heel fysiek is gewoon. Daar heb ik mijn gevoel in gevolgd, hoe het voelt om tegen mekaar aan te staan en te liggen en wat iemands lichaamgeur je zegt. Dat hele, je kan beter zeggen haast dierlijk maar zeer overtuigende gevoel van dit zit goed en ik denk ook dat het gewoon gaat over voortplanting dat je als vrouw kunt ruiken welke man goed is om kinderen mee te krijgen. Er speelde bij mij gewoon hele goeie grote rol. Ook op het moment dat, ik had het toen zwaar en vond het moeilijk om hard te werken en ik wilde meer opleiding eigenlijk maar dat zat er op dat moment niet in. Ik had het moeilijk, en iedere keer als we bij elkaar waren dan was dat moeilijke gevoel weg en het, dan was het heerlijk en dan voelde ik me volstromen met energie om, ja te gaan doen wat ik inderdaad ook heb gedaan, een academische studie te doen. Dit bij elkaar zijn zorgt ervoor dat ik een leven kan gaan leiden dat zinvol is.’

  Tot zover het interview met de heer en mevrouw Wijffels.

Vrouwen waarmee ik zielsverwantschap voel. Liefde.

Foto’s laten doorgeven langs de kolommen. Kort toelichten.

1 Rina

Rina was mijn eerste liefde. Ze zat op een tafel in een minilokaal onder het schuine dak van de enorme villa ‘Berkenhoven’ waarin het Utrechts Montessori Lyceum (Herman Jordan Lyceum) in Zeist was gevestigd. Ik zag haar en was op slag helemaal weg van haar. 1963, ik was 18 jaar jong. Achteraf geloof ik graag dat ik meteen wist dat ik mijn leven met haar wilde delen. Maar ik denk dat dat groeide in de tijd met elkaar, al kort nadat we elkaar leerden kennen. Op school, en daarbuiten. We trouwden in 1969. Rina en ik hebben meer dan veertig jaar een hechte relatie gehad, hebben ons 40-jarig huwelijksfeest ‘net niet’ kunnen vieren, omdat zij stierf.

2 Neeltje

Mogelijk ondersteunt de browser de weergave van deze afbeelding niet. over haar vertelde ik u daarnet al.

In het boek ‘Alles over de Liefde’ van Lisa Appignanesi vertelt deze dat ‘ieders eerste liefde’ eigenlijk niet de eerste liefde is. En als ik terugdenk aan de basisschool en ook de lagere klassen van de middelbare school dan heb ik wel allerlei meisjes die ik heel bijzonder en leuk heb gevonden. (Ook daarna trouwens…) Maar Lisa Appignanesi bedoelt iets heel anders.

Zij zegt: je eerste grote liefde is eigenlijk je tweede. Je eerste grote liefde is je moeder. Omdat je in haar bent gegroeid. Bij je geboorte wordt je van haar gescheiden. En daar begint een conflict. De buitenwereld komt in je leven. Jouw leven komt in de buitenwereld. Die scheiding is de kracht die je je eigen ik laat ontdekken. De ontdekking van de buitenwereld, die iets anders wil dan jij, vormt je IK.

Derde foto doorgeven,

die van mijn moeder: Willemien de Waard-de Vletter (1912-1972).

Soorten liefde    [bron: wikipedia, dus de links werken (in het Word-bestand)]

Er bestaan verschillende soorten liefde:

  1. Liefde voor mensen in het algemeen: naastenliefdecaritas of ‘onbaatzuchtige liefde’ (Liefde die schenkt en er niets voor terug verwacht)
  2. Liefde tot/van God, of van mens tot mens met God als tussenpersoon (agape)
  3. Onvoorwaardelijke liefde voor alle levende wezens (metta, begrip uit het boeddhisme)
  4. Liefde tussen familieleden, de liefde van ouders voor hun kinderen, enz. (storge)
  5. Liefde voor vrienden (philia)
  6. Liefde voor vreemden, Gastvrijheid. (Xenia)
  7. Romantische liefde (verliefdheid)
  8. Platonische liefde
  9. Seksuele liefde, eros
  10. Liefde voor zichzelf (een ontaarde vorm hiervan is narcisme)
  11. Liefde tot een abstractum (bv. waarheidsliefde, taalliefde/taalmin)
  12. Rituele vormen van liefde; hoofse liefde.
  13. Liefde voor een voorwerp (in extreme mate: fetisjisme)
  14. Liefde voor het vaderland (vaderlandsliefde)

Haat wordt ook als een vorm van omgekeerde liefde gezien: een negatieve aantrekking op grond van psychologische projectie van de schaduwzijde van iemand op een ander. Ook wordt haat juist als een extreme uiting van liefde gezien: de liefde tot het één uit zich in haat voor het ander.

 

Andere benadering:

Liefde in soorten

Er zijn meer soorten liefde te onderscheiden:[

  • Genegenheid (Affection) (Grieks storge, zoals bijvoorbeeld tussen ouders en kinderen); Het woord komt in de Bijbel niet voor, maar de zaak zelf natuurlijk wel.
  • Vriendschap (Friendship) (Grieks Filia; de Bijbel spreekt vaak van Filadelfia, liefde als broeders en zusters onderling)
  • Eros: de geslachtelijke liefde. Hier kan onderscheid gemaakt worden tussen zuiver lichamelijke aantrekkingskracht, die soms maar weinig met liefde te maken heeft, verliefdheid die heftig maar vluchtig kan zijn; en de liefde als in een goed huwelijk; ook hier geldt dat de zaak zelf in de Bijbel voorkomt, maar het woord in het Nieuwe Testament niet en in de Septuagint maar zelden. Merkwaardig is dat in het OT boek Hooglied, waar je het woord eros zou verwachten, liefde agape wordt genoemd.
  • Liefde als keus (charity). Agape kiest er voor de ander te beschouwen zoals in 1 Korintiërs 13 gebeurt: altijd bereid het beste van de ander te denken, klaar om te vergeven, bereid het beste voor de ander te zoeken. Als dit volkomen ontbreekt is het christelijk leven zinloos. Een belangrijke eigenschap van agape, charity, is dat ze niet gebaseerd is op de eigen behoeften. Het Nieuwe Testament leert dat wij deze agape van God ontvangen (Evangelie volgens Johannes 3:16; Romeinen 5:8) opdat we die zelf weer door geven.
  • Agape (γαπη) is een Grieks woord en wordt in het Nederlands vertaald met liefde, hoewel dit een verarming is van het woord agape en zijn volledige betekenis.
  • Met agape wordt een door beginselen geleide of beheerste liefde bedoeld. Ze kan al dan niet genegenheid en warme gevoelens inhouden. Deze liefde richt zich op de behoeften van de ander, zoekt wat het beste voor de ander is en laat de ander de vrije keus om die liefde te beantwoorden of niet. Het zelfstandige naamwoord ‘agape’ is het meest voorkomende soort liefde in de bijbel, en is de grondslag voor bijvoorbeeld 1 Korinthiërs hfst. 13.

Uitdelen aan de aanwezigen de geprinte teksten van 1 Korintiërs 13, ik kies van de zeven vertalingsversies die op onderstaande website te vinden zijn die van de nieuwe bijbelvertaling en van de Willibrordvertaling.

http://www.biblija.net/biblija.cgi?l=nl&set=10&id18=1&id35=1&m=1+Korinti%EBrs+13

[Ik lees die eerste twee uitgedeelde teksten niet voor, maar wel de derde: de tekst van de bewerking door Huub Oosterhuis:]

Tekst 1 Korintiërs 13 (in een bewerking van Huub Oosterhuis)

  • Al spreek ik met tongen van  engelen en mensen
  • maar liefde heb ik niet,
  • ik ben schallend koper, een rinkelende tamboerijn.
  • Al ben ik een profeet – ziende het onzienlijke  – in alles ingewijd,
  • en is mijn geloof zó  volkomen dat ik bergen verzet
  • maar ik heb geen liefde, ik ben niets.
  • En geef ik alles weg en laat mij martelen als het moet,
  • heb ik geen liefde, dan dient het tot niets.
  • Liefde is ruimte geven, tijd laten, goedheid en geduld.
  • liefde is niet kleinzielig, jaloers of hebzuchtig.
  • liefde laat zich niet gelden, is niet ijdel, grof of ongenaakbaar.
  • Wie lief heeft is niet belust  op zichzelf.
  • Liefde wordt niet verbitterd, liefde vindt niets onvergeeflijk.
  • onrecht maakt haar niet gelukkig, waarheid maakt haar gelukkig.
  • liefde houdt stand tegen alles:
  • telkens weer gelooft zij, alles verdraagt zij, altijd opnieuw en vol hoop.
  • nooit bezwijkt de liefde.
  • Profetenwoorden wel. Talen verstommen, alle kennis is eindig.
  • Ach, al wat wij weten is stukwerk en onze visioenen flarden licht.
  • Maar als het oneindige aanbreekt, houdt al het eindige op.
  • Toen ik nog een kind was, praatte ik zoals kinderen doen
  • en ik dacht niet verder dan kinderen doen.
  • Nu ik een man geworden ben, heb ik dat achter mij gelaten.
  • Nu nog zien we spiegelbeelden – raadselachtig.
  • Eenmaal staan wij oog in oog. Nu nog weet ik niet de helft.
  • Ooit – eenmaal – zal ik alles weten.
  • Geloof en Hoop en Liefde zullen blijven, alle drie,
  • maar de grootste is de Liefde.

Tot zover de bewerking van Huub Oosterhuis

Hoe werken regels van de omgang eigenlijk in onze samenleving?

Heb uw naasten lief.

Daar hebben we moeite mee, we trekken een kring om ons heen om te bepalen wie ons meer na staat dan anderen. En we hebben rituelen gemaakt in onze samenleving om te zorgen dat we ons veilig voelen.

Iemand die een vreemde voor ons is komt niet verder dan de buitenste denkbeeldige cirkel om ons heen. Maar die cirkel bestaat wel echt, is realiteit. Een vreemde komt niet dichter bij ons dan 1 meter 20 cm. Doet hij of zij dat wel dan voelen we ons ongemakkelijk.

Kennissen houden zich aan de cirkel van 90 cm.

Je vrienden komen dichterbij, komen daarmee echt ‘binnen handbereik’, maar houden altijd meer afstand dan je ouders, broers en zussen, je levenspartner, je kinderen, kleinkinderen en mogelijk je maîtresse.

Mensen die dichter bij komen dan ‘ritueel is toegestaan’ worden als zeer irritant ervaren.

Toch hebben we ook een ritueel om de afstandscirkels even te doorbreken. Kennissen geef je in principe een hand, of je maakt een vriendelijke buiging op afstand. Maar je laat toe dat sommige kennissen je op de wang kussen. Een rituele kus, meestal in de lucht. Het is een soort toets, even door de cirkel heenbreken. Een symbolische begroeting.

Vrienden en broeders (soms is dat hetzelfde) omarm je soms, druk je tegen de borst.

Maar niet te lang en niet te heftig. Het is een symbool, maar wel een dat genegenheid uitdrukt. Hoewel er ook een vormelijke meer afstandelijke omhelzing bestaat.

Familieleden omhels je anders. Kus je anders dan kennissen en vrienden, al is er een gradatie in. Familieleden mogen je het ‘meest van iedereen’ aanraken. En je gezinsleden en geliefden net zo, en heel bijzondere vrienden ook.

 

Het is niet alleen zo dat van liefde ‘zo maar’ kindertjes komen (nou ‘zo maar’, je moet er wel iets voor doen), ook van de onbaatzuchtige liefde kan je zeggen dat die vruchtbaar is. Die liefde laat toenadering toe, vraagt er zelfs om in elkaars geestelijke wereld door te dringen. Stimuleert het om gedachtegangen en levenshouding te delen. (Wat niet inhoudt dat je het in alles eens met elkaar hoeft te zijn.) Een draaggolf van die onbaatzuchtige liefde is dat je elkaar de ruimte geeft en elkaar accepteert zoals je bent. Het is liefde waarmee je dingen wilt creëren, tot stand brengen.

Liefde, ook in deze symbolische vorm is stimulerend en werkt bevruchtend.

In agape, die liefde waar in het Nederlands geen woord voor bestaat zit een element van vergeestelijking.

Nu zijn we toe aan liefde als basiskracht binnen onze vrijmetselarij.

Herman Wijffels noemde als kenmerk van liefde ‘doordringen in elkaars wereld’, ‘zielsverwantschap’. En dat is de kern die ook in onze broederschap geldt. In  de broederketen kan meer ontstaan dan een soort saamhorigheidsgevoel omdat we elkaar vasthouden. De essentie is volgens mij dat je je bewust kunt worden van een gedeelde intuïtie. Je voelt het onbewust aan en ontdekt, héé die ander heeft dat ook. Staat voor dezelfde onderzoekstocht.

Broederliefde kan ontstaan in de broederketen. Broederliefde is geen eng woord maar een aanduiding van een zekere zielsverwantschap.

Ook in de comparitie, in de gedachtewisseling, ontdek je soms zielsverwantschap of een aanzet er toe. Ook al kan je mening verschillen, het feit dat de ander ook basaal en met eigen talenten en beperkingen zoekt en de ervaringen daarmee wil delen, kan tot een basisgevoel van zielsverwantschap leiden. Liefde zal je dat misschien niet gauw noemen, want dat is een woord met zoveel betekenissen, dat dat woord in deze situatie niet tot helderheid leidt.

Maar broederliefde is niet alleen iets waar je in letterlijke, praktische zin naar zoekt, met allerlei mensen in je omgeving en binnen onze Orde met vrijmetselaren: broeders.

Broederliefde is in onze verhoudingen een SYMBOOL. Voor gelijkgestemdheid, voor parallel maar op eigen wijze zoeken naar het Wezen der Dingen, naar de essentie, naar levenskracht, naar innerlijke wijsheid, naar innerlijke schoonheid. Voor het gevoel, het weten zelfs, dat je het in je leven wel zelf moet doen, maar dat je het niet alleen hoeft te doen: anderen met wie je wezenlijk kunt communiceren gaan dezelfde weg.

Onze vrijmetselarij is een door de eeuwen getoetste methode, denk- en werkwijze. Daar komt nog iets essentieels bij, waar we allemaal ons voordeel mee kunnen doen:

In het ritueel zegt de voorzittend meester bij het aankondigen van een nieuwe broeder in de keten ‘Ik neem u aan als Leerling-vrijmetselaar, al mijn broeders verzoekende, en desnoods gelastende, u als zodanig te erkennen.’

En op de vraag ‘Bent u vrijmetselaar’ antwoordt u niet voor niets (in de leerlinggraad) ‘Al mijn broeders erkennen mij als zodanig’.

Broederschap. Het is een virtuele familierelatie, een virtuele bloedverwantschap.

En u weet het heel goed: van je familie kom je nooit meer af. Ook al ga je er niet meer heen, het blijft je familie.

De opdracht voor broeders-vrijmetselaar is simpel: Je moet zorgen dat je altijd met elkaar door één deur kunt, en in meer maçonnieke taal: je moet altijd samen in de broederketen kunnen staan.

Niet alle broeders zullen tot je (intieme) vriendenkring kunnen gaan behoren.

Je kunt het gedrag van een broeder positief of negatief beoordelen, maar het blijft je broeder. Je krijgt ook niet toevallig steeds wéér opdracht uit elkaar te gaan in de rechte verhouding. Er kan een kloof zijn, maar je zit aan elkaar vastgeketend, je bent broeders van elkaar, en dat moet je tenminste erkennen.

We zijn allen bouwers van de Tempel der Volmaking zegt het rituaal. In volmaking zit een actieve verwijzing naar streven naar volmaaktheid. De actieve weg naar het volmaakte, het ideaal, is daarin vervat. Een routekaart, in maçonnieke taal: het bouwplan. De dag dat je vrijmetselaar werd kreeg je daar de beschikking over.

Tot slot een citaat over liefde van Just Havelaar (1889-1930), uit zijn boek ‘Humanisme’.

      [bron: van levenskunst naar Koninklijke Kunst, Dr. J.P. Snoep, Thoth 1974/3 (L)]

‘De liefde is het grootste geluk, dat alle mensen zoeken. De schoonheid van al wat op aarde en in de hemel is, weerspiegelt haar. Van alle vreugden is zij de bron, van alle smarten de heiliging, van alle strijd de vrede, van alle wijsheid het raadselvolle eind.

De liefde kent geen grenzen. De strenge afgepaaldheid van recht en deugd, de enge beperktheid van het persoonlijke heft zij heerlijk op. Zij is de vrijheid en de edelmoedigheid. Zij kent geen grenzen en toch verstrooit zij zich niet. Zij is alzijdig en toch één. Zij is samenvattend. Zij geeft en zij neemt, zij neemt en zij ontvangt. Zij is dapper en aandachtig. Zij is fier en deemoedig, Zij is vurig en evenwichtig. Zij vereent de ziel en de wereld, de droom en de daad, de wil en de rede. Zij is de waarheid van het leven. Zij veroordeelt niet. maar zij handelt, aanvaardt en begrijpt. Want de volmaakte liefde zou de volmaakte kennis zijn.’

Deze liefde is innig verbonden met onze koninklijke kunst.

Oscar de Waard